Er is een tijd om geboren te worden
en een tijd om te sterven.

Er is een tijd om te planten
en een tijd om het geplante uit te trekken.

Er is een tijd om te doden
en een tijd om te genezen.

Er is een tijd om af te breken
en een tijd om op te bouwen.

Er is een tijd om te huilen
en een tijd om te lachen.

Er is een tijd om te rouwen
en een tijd om te huppelen.

Er is een tijd om stenen weg te werpen
een een tijd om stenen te verzamelen.

Er is een tijd om te omhelzen
en een tijd om afstand te nemen.

Er is een tijd om te zoeken
en een tijd om verloren te laten gaan.

Er is een tijd om te bewaren
en een tijd om weg te gooien.

Er is een tijd om te scheuren
en een tijd om te helen.

Er is een tijd om te zwijgen
en een tijd om te spreken.

Er is een tijd om lief te hebben
en een tijd om te haten.

Er is een tijd van oorlog
en een tijd van vrede.

– Naar Prediker 3