Ik was weer even terug in het biologielokaal van mijn middelbare school. Op die hoge houten krukjes zonder rugleuning. Een tafel die in verhouding net iets te laag is, wat ook het laatste beetje comfort wegneemt. Typische geur, geroezemoes dat de stilte opvult en een iets te uitbundig sfeertje.
Ik weet nog precies welke docent ik in welk jaar had, maar van de inhoud van de lessen is weinig blijven hangen. Amygdala, prefrontale cortex en hippocampus: het zijn begrippen die ik ooit heb moeten leren. Maar meer dan dat kon ik mij niet meer herinneren. Tot ik in de afgelopen tijd een onderzoekje deed en daarmee in gedachten weer terug belandde in het biologielokaal. Daar zat ik weer, met mijn blauwe pen en schrift voor mijn neus.
Ja, deze blog is echt ook op die manier geschreven.
Het zal vast geen verrassing voor je zijn dat onze hersenen grenzen hebben, dat wij grenzen hebben. We zijn beperkt in ons kunnen.
Studies tonen aan dat er een verband is tussen onze hersenstructuur en de grote van sociale netwerken. Het is middels een scan meetbaar dat de amygdala, een gebied in onze hersenen, groter is bij een groter en complexer netwerk.
Ik weet inmiddels weer hoe/wat/waar die zit en doet, maar zal je niet met meer details vermoeien dan dat deze helpt bij emotieverwerking.
Het is niet mogelijk of meetbaar om op basis van zo’n scan te zeggen hoeveel relaties we echt kunnen onderhouden. Het heeft dus ook geen zin om een lijst van één tot honderdvijftig te maken en alle mensen daarboven uit je leven te schrappen. Het getal 150 is intussen zelfs achterhaald. Recenter onderzoek heeft aangetoond dat het veel complexer is om een concreet nummer te hangen aan de maximale grootte van ons netwerk. De schatting ligt nu tussen de 2 en de 500, er is dus nogal wat variatie mogelijk.
Feit is, en blijft, dat we beperkt zijn en dat die grens voor iedereen anders is. Onze levens en relaties zijn tegenwoordig anders dan vroeg, en er niet makkelijker op geworden.
We zijn onderdeel van grote bedrijven, wonen in drukke steden, we verhuizen soms zo ver dat we genoodzaakt zijn een nieuw netwerk op te bouwen en we hebben honderden online relaties.
Dat is ook direct waar het grootste ‘gevaar’ ligt, bij de online relaties. Het kost ons namelijk sociale energie, maar levert weinig op. Geen voldoening, geen echt gevoel van verbondenheid.
We kunnen onszelf helemaal uitputten met eindeloos scrollen, waarbij we onze hersens continu het signaal geven dat ze alles moeten onthouden en opslaan. Maar onze hersenen hebben stabiele, betekenisvolle relaties nodig om goed te functioneren.
Eigenlijk zijn ze net als wij, vind je niet?
Met een lichte zucht sla ik mijn schrift dicht. De les die we leerden was er eentje die we misschien al wel kenden. Onze energie, onze tijd, onze capaciteit is beperkt. Het is belangrijk om keuzes zorgvuldig af te wegen. Om bewust te kiezen wie we in ons (offline) leven willen hebben en hoeveel van onze tijd we online doorbrengen.






